Raad van State: geen rechtvaardiging voor inmenging in vertrouwelijke communicatie tussen advocaat en cliënt

Op 29 april 2024 heeft de Raad van State advies uitgebracht over het wetsvoorstel tot wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, die bij stemmingen in de Tweede Kamer zijn aangenomen. Naar het oordeel van het kabinet is het gewijzigde wetsvoorstel als gevolg van de aangenomen amendementen van de leden Helder en Ellian strijdig met artikel 6 EVRM en artikel 17 van de Grondwet. Gelet hierop heeft de minister de Afdeling verzocht met spoed te adviseren over deze amendementen en hun verhouding tot de grondrechten.

Geen dwingende reden
De Raad van State is heel duidelijk over vertrouwelijke communicatie tussen advocaat en cliënt, zelfs als cliënten zijn geplaatst in de EBI of op de AIT, en overweegt: ‘Gelet op voorgaande concludeert de Afdeling dat de amendementen Helder en Ellian beide een inmenging in het recht op vertrouwelijke communicatie vormen, zoals beschermd in artikel 6 en artikel 8 EVRM. Nu deze inmenging wegens het ontbreken van dwingende redenen niet kan worden gerechtvaardigd, concludeert de Afdeling dat de amendementen onverenigbaar zijn met de Grondwet, het EVRM en het Unierecht.’

En:

‘Het enkele feit dat een gedetineerde is geplaatst in de EBI of op de AIT is onvoldoende om aan te nemen dat inmenging in de vertrouwelijke communicatie kan worden gerechtvaardigd. Het EHRM heeft geoordeeld dat voor het voorkomen van gevaar binnen de inrichting het houden van visueel toezicht – waarin het wetsvoorstel van de minister voor amendering al voorzag – daarvoor voldoende wordt geacht. (zie noot 44) Gelet op de strikte interpretatie van het EHRM als het gaat om uitzonderingen op het recht op vertrouwelijke communicatie, acht de Afdeling het onwaarschijnlijk dat het EHRM verdere beperkingen van het recht op vertrouwelijke communicatie zou toelaten.’

Stevige kritiek voor wetgever maar opsteker voor het recht op een eerlijk proces
Dit advies van de Raad van State is een stevige tik op de vingers van de wetgever en tegelijkertijd een enorme opsteker voor een zeer belangrijk grondrecht. Namelijk het recht op een eerlijk proces. Het is van groot belang dat een advocaat vrijelijk met zijn cliënt kan communiceren over de verdenkingen aan zijn/haar adres.

Bron: https://www.raadvanstate.nl/adviezen/@142806/w16-24-00063-ii/

 

Deel dit bericht