Opkomen tegen fiscale boetes loont

Van Leeuwen advocatuur

De Hoge Raad heeft op 8 april 2024 benadrukt dat op de inspecteur een zware bewijslast rust als het gaat om fiscale boetes. De Hoge Raad heeft voorts uitgelegd dat artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) het uitgangspunt is. Dit betekent het recht op een eerlijk proces en houdt iedereen voor onschuldig tot het tegendeel is bewezen.

Wat houdt de verzwaarde bewijslast in?

Ten eerste rust de bewijslast bij het opleggen van een fiscale boete altijd op de inspecteur. De inspecteur moet overtuigend aantonen dat voldaan is aan alle bestanddelen van de delictsomschrijving. Opzet en grove schuld zijn daarbij belangrijke elementen. Indien twijfel bestaat omtrent het bewijs, dan moet het voordeel van de twijfel aan de belastingplichtige worden gegund en de boete worden vernietigd.

Binnen dit toetsingskader is geen ruimte voor termen als: ‘aannemelijk maken’ en ‘zich ervan bewust moeten zijn’. Termen die de Belastingdienst nogal eens voldoende acht voor opzet of grove schuld.

Voor de praktijk

Het valt op dat de laatste tijd veel fiscale boetes sneuvelen. Om een boete in stand te houden dient de inspecteur dus een beter boetedossier op te bouwen. De rechter zal op zijn beurt aan de hand van objectieve bewijsmiddelen moeten beoordelen of opzet dan wel grove schuld kan worden bewezen. Zo niet, dan moet de boete worden vernietigd.

Is aan u of uw cliënt een boete opgelegd of dreigt de Belastingdienst een boete op te leggen? Neem vrijblijvend contact op. Van Leeuwen advocatuur is de specialist én kan putten uit jarenlange ervaring op dit gebied. U krijgt meteen een heldere analyse zodat u weet waar uw kansen liggen.

Vindplaats: Hoge Raad, 8 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:526

Deel dit bericht